Landhuis Jan Kok

Landhuis Jan Kok

Landhuis Jan Kok op Curacao is vernoemd naar de wrede 18e-eeuwse slavenmeester Jan Kok. De kwade geest van Jan Kok zou, volgens velen, nog steeds het landhuis bezoeken. Landhuis Jan Kok is één van de oudste landhuizen op Curacao. Rond 1860 werkten er nog 100 slaven op de plantage van landhuis Jan Kok. De plantage is 345 hectare groot en was in aanleg een zoutplantage waar ook cultuurgewassen te vinden waren. Op de plantage werd ook aan veeteelt gedaan. Het centrale deel van het koloniale landhuis op Curacao heeft een zadeldak en aan het huis grenzen verschillende aanpalende gebouwen. De oude slavenklok is behouden en hangt nog steeds aan het zuidelijk terras. Vanaf het terras kijk je uit over de zoutpannen van de St. Marie-baai en kan je genieten van het prachtige uitzicht. Het is niet uitzonderlijk dat je in dit natuurrijke gebied overvliegende flamingo’s, zeearenden en parkieten waarneemt.

Landhuis Jan Kok ligt midden in de kunuku, op het platteland. Na 1832 werd begonnen met de winning van zout uit de baai van St. Marie. In 1910 produceerde de plantage zo’n 16.000 vaten zout, er waren meer dan honderd slaven werkzaam op de plantage. Het landhuis brandde af en alleen de bijgebouwen van de magasina bleven gespaard en zijn nog steeds te bezichtigen.

In 1840 werd het landhuis herbouwd en in 1961 nog eens gerestaureerd. Het kijkt uit over de zoutpannen waar de flamingo’s hun eten zoeken. De bekende Curaçaose kunstenares Nena Sanchez heeft nu haar galerie en atelier in het landhuis.

Het landhuis is te bezichtigen op dinsdag, donderdag en zaterdag van 9.00 tot 16.00 uur en iedere eerste zondag van de maand.